De geschiedenis
van de pannenkoek
Pannenkoeken (basisrecept)
Bretonse pannenkoeken
Crêpes Suzettes
Friese pannenkoeken
Hoorn des overvloeds
Hoorntjes van pannenkoek met
ijs en fruit
Pannekoekenkorfjes met rode
vruchten
Pannenkoeken met frambozen
Pannenkoeken met Grand
Marnier
Limburgse pannenkoeken
Geschiedenis van de
pannenkoek
Al in voorhistorische tijden werd rogge, tarwe,
gierst of boekweit gemalen en tot een pap geroerd. Als die pap op hete
stenen gebakken werd, ontstonden er platte dingen die als vlaaien, dus
een soort brood, gegeten werden. Waarschijnlijk had men er niet eens zo
lang voor nodig om te ontdekken dat dit brood heel goed houdbaar was,
als het heel dun gebakken en op roeden te drogen gehangen werd.
Tegenwoordig nog worden in Noorwegen, Zweden en Finland dergelijke
ronde platte broden verkocht als knäckebröd. Maar de mensen merkten ook
al gauw dat het mengsel door toevoeging van eieren lekkerder gemaakt
kon worden. Vers en warm van de stenen of platte ijzeren bakvorm, de
pan, gegeten, smaakte het uitstekend. Dat waren de eerste pannenkoeken.
Of ze nu pannenkoeken of eierkoeken genoemd
worden, is niet helemaal duidelijk. Dit scheelde van streek tot streek
en had ook met de samenstelling van het beslag te maken. Dat bestaat
altijd uit meel, eieren en vloeistof in de vorm van melk of water.
Daarbij wordt naargelang de smaak nog zout, suiker en/of smaakstoffen
toegevoegd.
Wat in Duitsland als eierkoeken of pannenkoeken
niet alleen bij kinderen één van de meest favoriete gerechten is, is in
andere landen niet minder populair. In Engeland behoren ze tot de
traditionele traktaties op carnavals-dinsdag. Waarschijnlijk omdat er
tijden waren, waarin in de daarop volgende Vastentijd, eieren noch melk
gebruikt mocht worden. Men maakte dan maar op carnavals-dinsdag
pannenkoeken van de resten die nog in huis waren. Deze werden daar in
ruim vet gebakken.
In Nederland bestaan naast de dunne flensjes en de
machtige pannenkoeken, ook de poffertjes gemaakt van
pannenkoekenbeslag. De Fransen kennen de “galettes” en de “crêpes”.
Waarom de “Bretons” (de inwoners van Bretagne) hun baksels galettes
noemen, terwijl de overige Fransen daarentegen dezelfde producten
crêpes noemen, weet niemand precies. Maar dat ze dun, heel groot en
uitzonderlijk lekker zijn, dat weet iedereen die een vakantiedag heeft
doorgebracht in Bretagne of in Narbonne. Er zijn genoeg crêperieën in
Frankrijk. De Spanjaarden zijn nuchterder, zij mengen het beslag vaak
met gebakken aardappelen en vaak ook nog met uien en knoflook. Ze
bereiden daarvan zeer voedzame baksels, die overigens ook koud
geserveerd lekker zijn.
In Zweden wordt de pannenkoek in speciale pannen,
die uithollingen ter grote van een ei hebben, gebakken op traditionele
feesten. De klassieke bijgerechten zijn appelmoes en compote van
vossenbessen. In Hongarije kent men de “palacinken”. Ze zijn kleiner en
dunner dan de Duitse pannenkoeken en vaak gevuld met kwark, fijne
notensaus of warme chocolade. In Rusland kennen ze de “blini”. Het zijn
ronde koekjes zo groot als schoteltjes, van boekweitmeel gebakken,
bekroond met een malse berg kaviaar en dikke zure room.
Pannenkoeken
(basisrecept)
500 gr. bloem
1 l. melk
3 à 4 eieren
150 gr. gesmolten boter (of olie)
zout
1 tl suiker
Doe de bloem in een kom en meng dit samen met de melk tot een glad
beslag. Roer vervolgens de eieren één voor één door het beslag, gevolgd
door de boter, het zout en de suiker. Verhit wat boter in een koekenpan
en giet wat beslag in de koekenpan, zodat de hele bodem bedekt is met
een dunne laag beslag. Keer de pannenkoek om als de bovenzijde droog en
een beetje gebubbeld is. Bak de andere zijde lichtbruin. Eet de
pannenkoek met stroop, honing, jam of suiker.
Bretonse
pannenkoeken
250 gr. tarwemeel
3 eieren
zout
2 el. vanillesuiker
0,35 l. volle melk
40 gr. gesmolten boter
5 appels
poedersuiker
calvados
Meng het meel, de eieren, het zout, de vanillesuiker en de melk tot een
glad beslag. Doe vervolgens de boter erbij en meng alles nog eens goed
door. Dek het beslag af met een theedoek en laat het 30 minuten staan.
Schil ondertussen de appels, verwijder het klokhuis, snij de appels in
dunne plakjes en voeg deze bij het beslag. Verhit wat boter in een
koekenpan en giet wat beslag in de koekenpan, zodat de hele bodem
bedekt is met een dunne laag beslag. Zorg ervoor dat in iedere
pannenkoek ongeveer evenveel appel zit. Keer de pannenkoek om als de
bovenzijde droog en een beetje gebubbeld is. Bak de andere zijde
lichtbruin. Leg op ieder bord 2 pannenkoeken en bestrooi ze met
poedersuiker. Besprenkel ze met calvados en flambeer ze tijdens het
opdienen.
Crêpes
Suzette
500 gr. bloem
1 l. melk
3 à 4 eieren
150 gr. gesmolten boter (of olie)
zout
1/2 sinaasappel
1/2 citroen
4 el. suiker
8 el. cointreau
Maak het beslag volgens het basisrecept. Pers de sinaasappel en de
citroen en doe het sap in een kom. Meng de suiker door het sap en
verwarm het mengsel in een steelpannetje. Verhit wat boter in een
koekenpan en giet wat beslag in de koekenpan, zodat de hele bodem
bedekt is met een dunne laag beslag. Keer de pannenkoek om als de
bovenzijde droog en een beetje gebubbeld is. Bak de andere zijde
lichtbruin. Haal de pannenkoek door het vruchtensap, vouw de pannenkoek
in vieren en dien deze met twee pannenkoeken op een bord op. Meng de
cointreau door het resterende vruchtensap en besprenkel hiermee de
pannenkoeken.
Friese
pannenkoeken
300 gr. bloem
zout
0,5 l. melk
15 gr. gist
boter
suiker
Maak de melk lauwwarm en los hierin de gist op. Meng de bloem en de
gist tot een glad beslag. Laat het beslag onder een vochtige doek op
een warme plek 1 uur rijzen en voeg het zout toe. Verhit wat boter in
een koekenpan en giet wat beslag in de koekenpan, zodat de hele bodem
bedekt is met een dunne laag beslag. Keer de pannenkoek om als de
bovenzijde droog en een beetje gebubbeld is. Bak de andere zijde
lichtbruin. Dien de pannenkoeken op met boter en suiker.
Hoorn des
overvloeds
500 gr. bloem
1 l. melk
3 à 4 eieren
150 gr. gesmolten boter (of olie)
zout
1 tl. suiker
1 el. acaciahoning
250 gr. bosvruchten
poedersuiker
Maak het beslag volgens het basisrecept en bak hiervan niet al te grote
pannenkoeken. Rol elke pannenkoek in de vorm van een horentje en vul de
hoorntjes met een deel van de bosvruchten. Verdeel de poedersuiker over
de borden en leg op elk bord 1 horentje. Garneer met de resterende
bosvruchten en giet een beetje honing over elke pannenkoek.
Horentjes
van pannenkoek met ijs en fruit
500 gr. bloem
1 l. melk
3 à 4 eieren
150 gr. gesmolten boter (of olie)
zout
1 groot blik abrikozen
1 el. citroensap
1 el. suiker
1 kleine ananas
200 gr. vanilleijs
Maak het beslag volgens het basisrecept, bak hiervan niet al te grote
pannenkoeken en houd ze warm in de oven. Laat de abrikozen uitlekken en
snijd ze in partjes. Mix de helft hiervan tot moes en voeg er het
citroensap en de suiker bij. Snij de ananas in hele dunne schijfjes en
verdeel de abrikozenmoes, de partjes en de ananasschijven over de
borden. Rol elke pannenkoek in de vorm van een horentje en leg een
bolletje vanille-ijs in ieder hoorntje. Leg de pannenkoek op het bord
en dien onmiddellijk op.
Pannenkoekenkorfjes
met rode vruchten
500 gr. bloem
1 l. melk
3 à 4 eieren
150 gr. gesmolten boter (of olie)
zout
6 el. suiker
1 el. citroensap
200 gr. kwark
200 gr. frambozen
200 gr. bosbessen
100 gr. bosaardbeien
100 gr. aalbessen
4 el. cointreau
poedersuiker
Maak het beslag volgens het basisrecept en bak hiervan niet al te grote
pannenkoeken. Neem 6 kleine gratineerpotjes en beboter de binnenkant.
Leg op elk potje een pannenkoek en duw hem er voorzichtig in zonder te
scheuren. Vouw de rand van de pannenkoek over de rand van het potje.
Zet de potjes 20 à 30 minuten in een voorverwarmde oven van 180 graden.
Meng 3 eetlepels suiker met het citroensap en de kwark en zet dit in de
koelkast. Pureer de helft van de frambozen en meng hier de cointreau
door. Verdeel het mengsel over 6 borden. Haal de pannenkoekkorfjes uit
de potjes en plaats er één op elk bord. Vul de korfjes met het
kwarkmengsel en versier rondom met de resterende vruchten. Bestrooi met
poedersuiker.
Pannenkoeken
met frambozen
500 gr. bloem
1 l. melk
3 à 4 eieren
150 gr. gesmolten boter (of olie)
zout
300 gr. frambozen
300 gr. kwark
30 gr. suiker
1 tl. citroensap
2 el. poedersuiker
Maak het beslag volgens het basisrecept, bak hiervan niet al te grote
pannenkoeken en houd ze warm in de oven. Plet de helft van de frambozen
en meng ze met de kaas, suiker en citroensap. Bestrooi de borden met
wat poedersuiker en bestrijk de pannenkoeken met het
kwark-frambozenmengsel. Vouw de pannenkoeken in vieren en versier met
de overige frambozen.
Pannenkoeken
met Grand Marnier
250 gr. tarwemeel
4 eieren
2 el. suiker
zout
0,5 l. volle melk
120 gr gesmolten boter
Grand Marnier
Meng het meel, de eieren, het zout, 1 el. suiker en de melk tot een
glad beslag. Doe vervolgens de boter erbij en meng alles nog eens goed
door. Dek het beslag af met een theedoek en laat het 30 minuten staan.
Verhit wat boter in een koekenpan en giet wat beslag in de koekenpan,
zodat de hele bodem bedekt is met een dunne laag beslag. Keer de
pannenkoek om als de bovenzijde droog en een beetje gebubbeld is. Bak
de andere zijde lichtbruin. Bestrooi elke pannenkoek met ca. 1 eetlepel
suiker en 1 eetlepel grand marnier. Vouw hem dicht en dien onmiddellijk
op.
Limburgse
pannenkoeken
250 gr. tarwemeel
4 eieren
0,6 l. melk
60 gr. gesmolten boter
zout
8 el. suiker
0,2 l. brandewijn of heidebitter
8 el. boter
Meng het meel, eieren, melk, boter, 2 el suiker en 35 cc heidebitter of
brandewijn tot een glad beslag. Dek het beslag af met een theedoek en
laat het 30 minuten staan. Verhit wat boter in een koekenpan en giet
wat beslag in de koekenpan, zodat de hele bodem bedekt is met een dunne
laag beslag. Keer de pannenkoek om als de bovenzijde droog en een
beetje gebubbeld is. Bak de andere zijde lichtbruin. Smelt 4 el boter
in een steelpannetje, voeg 2 el suiker toe en laat dit lichtjes
carameliseren. Serveer 1 pannenkoek per bord en garneer met ca. 2 tl
van deze saus. Besprenkel met een beetje heidebitter of brandenwijn en
flambeer tijdens het opdienen.
Laatste update: 31 december
2007
|